In mijn onderzoek probeer ik een brug te slaan tussen de psychologische theorie en de pedagogische praktijk van kinderen met leer- en ontwikkelingsstoornissen. Om kinderen te kunnen helpen is het belangrijk te weten welke benade-ringen effectief zijn en welke niet. Ik zie het daarom als een van mijn taken om een bijdrage te leveren aan het onderzoek naar evidence-based therapieën en behandelingen, wat moet leiden tot een verbetering van de kwaliteit van leven. Enerzijds is het mijn eigen kennis en ervaring die de inspiratiebron vormt bij het formuleren van onderzoeks-projecten, en anderzijds de stimulerende samenwerking met mensen uit de praktijk.

 
     
     
 

Het centrale thema van mijn onderzoek, dat binnen diverse projecten wordt vormgegeven, kan het best gekarakteriseerd worden met de term communicatie. Aanvankelijk richtte mijn belangstelling zich vooral op leren lezen en spellen, dyslexie, en de effectiviteit van instructiemethoden. Sinds een aantal jaar ben ik ook betrokken bij het onderzoek naar de behandelmethode Emerging Body Language. Deze methode is ontwikkeld uit de creatieve therapie en heeft tot doel het ontwikkelen, herstellen en/of verbeteren van de interactie tussen mensen, tussen de mens en haar omgeving en van de mens met zichzelf.

 
     
     
 

Wetenschappelijk denken en handelen berust op een aantal uitgangspunten. Deze uitgangspunten bepalen de wijze waarop er onderzoek gedaan wordt en zelfs tot op zekere hoogte welke vragen er gesteld worden. Om de waarde van onderzoek goed te kunnen inschatten is het belangrijk om die uitgangspunten helder voor ogen te hebben. De leiddraad van mijn onderzoek is het gedachtegoed van dynamische of complexe systeemtheorie en belichaamde cognitie. In onze Dynamische Systeem Groep (DSG), die bestaat uit weten-schappelijke staf, promovendi en studenten, wordt wekelijks over onderzoek gesproken en wij delen het standpunt dat onderzoek vanuit een dynamisch perspectief zeer de moeite waard is.